Column Schrijver: A.N. Tipier
HET BALKON VAN EUROPA Ooit publiceerde A.N. Tipier in het toenmalige fanzine Yellow Black News een artikel onder de naam Koempelsjeng in Pierenland. Omdat YBN niet meer is, diens site op instorten staat en dit verhaal het verdient om gelezen te worden zal het waar anders dan op deze koempelsite wederom onder de aandacht worden gebracht. Opdat wij nooit zullen vergeten... WATER EN VUUR Het Roda-bestuur was niet blij met de 110% anti-MVV actie van het onlangs opgerichte fanprojekt. Zei men. De verstandhouding tussen Roda JC en MVV zou namelijk erg goed zijn. Roda nam anderhalf jaar geleden zelfs de halve technische staf van de Maastrichtenaren over en leende gratis spelers aan ze uit. Zoveel zelfs dat de vorig jaar veel gescandeerde leus "En MVV is Roda 2" meer dan gerechtvaardigd leek. Nol Hendriks behoedde de tobclub aan de Maas ooit voor degradatie en staat niet onwelwillend tegenover een eventuele fusie in het kader van bijvoorbeeld FC Limburg. Een onbegrijpelijk standpunt. Roda en MVV verhouden zich namelijk als water en vuur. Waarom? Omdat er een luchtje zit aan de Maastrichtse club. Sterker nog: heel Maastricht stinkt. Figuurlijk en letterlijk. Zeker als in de zomer, wanneer de temperatuur de twintig graden overstijgt, de rottende stank vanuit de honderden jaren oude riolen door alle kieren en gaten de binnenstad bedwelmt. En het is juist deze stank die duidelijk maakt waar Maastricht werkelijk voor staat, wat het werkelijk voorstelt. BOEREN Maastricht is namelijk de stad van de schone schijn. De stad van de volgeplamuurde vette madammen met hun HEMA-juwelen en hun WIBRA-bont. Het absolute bolwerk der corruptie. Een bastion van handjeklap en ondergronds gesjoemel wiens bewoners twee keer per jaar uit hun schulp kruipen: tijdens het carnaval (maar dan wel onherkenbaar geschminkt), waarbij men wel elk jaar weer oppert dat er wel weer erg veel niet-Maastrichtenaren in de stad vertoeven en tijdens de openingsavond van het Preuvenement waar men voor het oog van de L1 kijkende provincie even met haar, op zijn zachtst gezegd, niet-onomstreden zakenlieden en bestuurders aan een mossel mag lurken met een blik van "kijk ons eens chique zijn, kijk ons eens wat voorstellen. Wij hebben het toch maar lekker voor elkaar en jullie zijn allemaal boeren." Om zich vervolgens de rest van het jaar terug te trekken achter een door de jaren heen zorgvuldig opgebouwde façade. MIJNSLUITING De eerste steen van die façade werd gelegd in de late jaren zestig. Op dat moment was Maastricht een vervallen dorp rond een aantal aardewerk- en (hoe toepasselijk) zakkenfabrieken op de rand van een eeuwig durend faillissement dat jaloers opkeek naar de welvarende mijnstreek in het oosten van de provincie. Daar werd met opgestroopte mouwen gebouwd aan de welvaart van het hele land, Maastricht incluis. Totdat wijlen Joop den Uyl aan de leiband van de Katholieke Volkspartij naar Heerlen kwam om in de schouwburg aldaar de mijnsluiting aan te kondigen. Binnen de kortste keren leek de oude mijnstreek in een moeras van werkeloosheid en sociale afbraak te verdrinken zodat Den Haag uiteindelijk drastisch moest ingrijpen en een enorme geldstroom naar het zuiden dirigeerde. GOODWILL Helaas voor de bewoners van snel verloederende steden als Heerlen, Brunssum, Hoensbroek en Kerkrade bleef de miljardenstroom voor het grootste deel aan diverse strijkstokken hangen rond het provinciehuis in hartje Maastricht. Daar werden snel nieuwe bestemmingen gevonden voor de overdaad aan overheidsgeld en werd binnen no-time een pact gesloten tussen Provinciale bestuurders met dubbele petten en Maastrichtse zakenlieden. Maastricht kreeg een theater aan het Vrijthof, rijksuniversiteit, academisch ziekenhuis, congrescentrum, toonaangevend museum, twee grote bruggen over de Maas, een geheel gerestaureerde binnenstad, een prestigieus nieuw stadsdeel en twintig Europese instituten, terwijl de oude mijnstreek in snel tempo leek te verdrinken in een bodemloze put vol werkeloosheid, armoede, criminaliteit en grootschalige drugsproblemen en daar nu nog steeds de wrange vruchten van moet slikken. Samengevat: Op de dag dat Den Uyl de mijnen sloot begon de groei van Maastricht. Ten koste van de goodwill en sympathie van haar provinciegenoten —want je hoeft maar een stap buiten de gemeentegrenzen te zetten en de haat ten opzichte van de stad en haar bewoners neemt ijzingwekkende vormen aan, vandaar dat de Maastrichtenaar geen stap buiten zijn stad durft te zetten— leek men aan de Maas de slag te hebben gewonnen; het stinkende vervallen dorp oogde van de buitenkant als een Bourgondische Europese metropool. MVV Behalve dan op dat ene vlak; want waar in het gewest Heerlen/Kerkrade (en op een gegeven moment zelfs ook in de westelijke mijnstreek, maar dat was van korte duur) de regionale voetbaltrots in nationaal en Europees verband aan de weg timmerde, spelers opleidde voor (inter)nationale topteams en nationale elftallen, bleef het verdacht rustig in Maastricht. MVV, want daar hebben we het hier uiteraard over, is nog meer dan de stank in de binnenstad, de ultieme metafoor voor de hele Maastrichtse kwestie en nergens komt deze dan ook duidelijker aan het licht dan in en rond de Geusselt: de club won nog nooit een prijs, speelde nog nooit op internationaal nivo, degradeert met grote regelmaat naar de kelder van het betaalde voetbal en wordt sinds jaar en dag bestuurd door corrupte en louche zakenmensen (Hoen, Cremers, Wesly, Dittrich, Kaptein, Lieben, Melchior... Say no more) maar probeert zich naar buiten toe altijd weer te presenteren als dé (enige) club van Limburg met hét stadion van Limburg en dé traditie van Limburg waarbij èn passant nog even fijntjes wordt vermeld dat áls er ooit een FC Limburg zou komen deze enkel in Maastricht zou kunnen zetelen. Als Maastricht de stad is van de schone schijn, dan is MVV de club van de muis die tegen de olifant zegt dat ze samen zo lekker stampen en er is geen enkele oprechte mijnstreekbewoner die dat pikt. JUMP! De Maastrichtenaar gaat er prat op te wonen op het Balkon van Europa. Misschien valt daar inderdaad wel iets voor te zeggen. Wat heb je immers aan een balkon? Je kan er machteloos van kijken naar de wereld om je heen, jaloers gluren naar de buren. Je kan er ook van alle ellende afspringen. MVV heeft jarenlang het eerste gedaan en misschien moeten ze nu eindelijk de fatale sprong maken, dan is de laatste smet op de goudgeverfde façade van Maastricht weer weggepoetst en kan men weer rustig verder dromen daar aan de Maas. A.N. Tipier PS. Voor wie meer wil weten over de avonturen van de (ex) MVV-bestuurders Hoen, Cremers, Wesly, Dittrich, Kaptein, Lieben en Melchior in Costa del Corruptie en hoe zij zich over de rug van de mijnstreek verrijkten, verwijs ik graag naar het boek "De Vriendenrepubliek (Limburgse Kringen)" van Joep Dohmen (ISBN 90 6168 473 0).