RODAZAND EN ROOKGORDIJNEN


Er was eens... Een gezellige volksclub in het zuidelijkste deel van het land. Een club met uitstraling, reputatie en een duidelijke signatuur. Groot geworden in en dankzij de mijnwerkerscultuur waar hard werken vanzelfsprekend was en saamhorigheid de gelederen bijeen hield. Die club heette Roda JC en zetelde in het op maat gesneden sportpark Kaalheide waar bezoekers nog 'sportvrienden' waren en spelers, bestuurders en supporters gezamenlijk de polonaise liepen. Zelfs al was het voetbal soms niet om aan te zien, er was altijd het 'wij' gevoel. 'Wij' tegen die 'Hollendere', die 'van Mesjtreech' en het arrogante 'wasproduct' uit de hoofdstad. En zelfs bij de stoerste Rotterdamse dokwerkers knikten de knieën als zij de reis richting Kerkrade moesten aanvaarden. Immers 'Wie wordt op Kaalhei vermoord?' Roda leefde en de tegenstanders beefden.


Maar Roda wilde meer. De club had de zoete smaak van het succes even op de tong gehad dankzij heroïsche Europese veldslagen, een vice kampioenschap en een bekerwinst. En dus kwam er een modern nieuw stadion en werd duidelijk gesteld dat men de oude clubcultuur zou moeten loslaten. Nieuwe zakelijkheid was een must, wilde de club haar ambities blijven najagen en het publiek kon daar begrip voor opbrengen en vaarde blind op de woorden en gedrevenheid van de met een groot Roda-hart uitgeruste bestuurders Theo Pickée en Nol Hendriks. Laatstgenoemde had namelijk duidelijk gezegd dat het nieuwe stadion noodzakelijk was om qua begroting bij de subtop te kunnen aanklampen en dat het de club eindelijk in staat zou kunnen stellen om de beste spelers eens iets langer vast te houden. Bovendien beloofden de gelikte brochures ons niets minder dan 'Topvoetbal in een Topstadion!' Dientengevolge nam het publiek de vervelende zitplaatsen en dreigende cultuuromslag op de koop toe want met een tweede Amstelcup op zak, een nieuw Europees avontuur in het vooruitzicht en een record aantal seizoenskaarthouders en sponsoren was de toekomst aan Roda JC. Het zelf opgeplakte etiket 'De Trots Van Het Zuiden' was op dat moment dan ook meer dan terecht.

De verhuizing naar het Parkstad Limburg Stadion luidde inderdaad een grote omslag in, zij het in de verkeerde richting. Ondanks de hosanna stemming ging het vanaf de verhuizing namelijk enkel bergafwaarts met de club. Terwijl op zakelijk vlak de vlag hoog in de top kon worden gehesen bleek dat er in rap tempo een hoge dikke muur werd opgetrokken tussen de club en zijn meest loyale fans en alsof dat niet genoeg was vergaten de bestuurders op Noord ook nog dat er voor een voetbalfeestje ook geïnvesteerd hoort te worden in spelersmateriaal. Het eerste seizoen in het PLS was dientengevolge zeer teleurstellend maar werd op de valreep op wonderbaarlijke wijze gered door het behalen van Europees voetbal. Goed voor de club en haar fans maar achteraf gezien niet meer dan een karrenvracht zand die in de ogen van de Rodawatcher werd gestrooid omdat het de ware ellende aan het zicht van vrijwel iedereen onttrok. Want in plaats van broodnodige versterkingen ging de uitverkoop lustig door en werd er systematisch geweigerd om adequate vervangers aan te trekken. De ene na de andere dragende en bepalende speler werd van de hand gedaan in ruil voor busladingen jeugdspelers uit den vreemde met als gevolg een sportieve vrije val en een op volle toeren draaiende trainerscaroussel. Het tweede PLS seizoen stond dan ook vooral in het teken van de dreigende degradatie maar desondanks weigerde de club, terwijl de uitbreiding van het stadion in snel tempo werd gerealiseerd en het omringende bedrijventerrein een goudmijntje bleek, daadwerkelijk te investeren in de selectie. Integendeel; in het geniep werden er boze plannen gesmeed met de collega's uit Sittard en Maastricht en aldoende kreeg het trouwe publiek op de koop toe een stevig mes in de rug van dezelfde bestuurders die een jaar daarvoor nog gouden bergen beloofden. Vanaf dat moment was de vertrouwensbreuk tussen de mensen op de tribune en achter de vergadertafel definitief. Roda was in rap tempo van potentieel sterkste en meestbelovende club achter de top 3 met alle mogelijke wind in de zeilen tot degradatiekandidaat verworden en het definitieve einde was zelfs dichterbij dan ooit.

Inmiddels zijn we alweer twee en een half jaar verder en alle ambities staan in de ijskast. Twee en een half jaar vol zielloos en beschamend voetbal. Twee en een half jaar zonder UEFA voetbal. Twee en een half jaar geen sfeer in het PLS, geen beleving op het veld. Aanvankelijk wordt de buitenwacht alweer een emmer zand in de ogen gestrooid doordat de crisis bij concurrerende clubs lijdt tot twee zesde plaatsen, maar als deze concurrenten hun zaken in het seizoen 2004-2005 weer stevig voor elkaar hebben is er niets meer dat het rampgebied aan de Locht aan het oog kan onttrekken. De Trots van Het Zuiden wordt anno 2004 bestuurlijk gerund door twee zakelijke managers waarvan er één enkel in Euro's denkt en niet eens weet dat een bal rond is en de ander met van alles bezig is behalve datgene waar het daadwerkelijk om draait. Roda heeft na het overlijden van clubman Pickée zelfs geeneens meer een voorzitter, al wordt ook dat weer gemaskeerd door Servé Kuijer die als voorzitter van de Raad der Commissarissen de schijn op houdt maar daarvoor als part-timer niet meer dan 1 dag in de week wenst vrij te maken. De sponsorstoelen op Noord raakt men aan de straatstenen niet meer kwijt en de tribunes raken met de week leger. Men wil de club bedrijfsmatig runnen maar weigert te investeren of enig risico te nemen en dus is Roda qua begroting gekelderd naar een dertiende plaats. De zeer matige selectie herbergt meer verschillende nationaliteiten dan een VMBO-school in Amsterdam West. Het publiek mort, gelooft niet in de trainer en heeft zich afgekeerd van de spelers. Trainer en spelers liggen op hun beurt ook overhoop. En dat allemaal onder toeziend oog van Arnold Hendriks.

Hij heeft weliswaar op papier een stapje teruggedaan door zijn bestuursfunctie in te ruilen voor een zetel in de Raad van Commissarissen maar inmiddels is duidelijk dat Hendriks degene is die de touwtjes strak in handen heeft en als vanouds heerst en verdeelt. Op basis van zijn verdiensten in de jaren '80 en '90 misschien terecht, maar wie de club nader onder de loep neemt komt tot geheel andere conclusies. Nol Hendriks is wegens zijn alleenheerschappij hoofdelijk verantwoordelijk voor het hele sportieve plaatje.  En dan blijkt ineens dat er sinds het einde van de vorige eeuw een uitverkoopbeleid is gevoerd dat zijn weerga niet kent. Een bonte, schier oneindige stoet aan dragende, bepalende, talentvolle, kleurrijke en brutale spelers werd de deur uit gejaagd terwijl van de vele tientallen vervangers enkel Anastasiou en Koné overtuigend Rodawaardig bleken. Eerstgenoemde is gedurende het afgelopen seizoen in de uitverkoop gegaan waar inmiddels ook Koné al opzichtig met 50% korting in de etalage is gezet. Hendriks is daarnaast in zijn eentje verantwoordelijk voor het uitblijven van een professionele technische organisatie. Hij duldt geen Technisch Directeur naast zich en evenmin een trainer die hem qua know-how en uitstraling in de schaduw stelt. Die tientallen bank- en tribunezittende, uitgeleende, mislukte of in het tweede meehobbelende jeugdige 'talenten' die hij ooit vol trots presenteerde zijn ook volledig Nols verdienste. Maar de allergrootste fout die Hendriks in zijn hele leven heeft gemaakt is dat hij niet op zijn hoogtepunt is gestopt. Bij het afscheid van Kaalheide had ook Nol Hendriks zijn functie moeten neerleggen, beloond met de eeuwige roem, bejubeld en in onze harten gesloten als held en met een standbeeld als aandenken.

Op het moment van schrijven is het 12 november 2004 en Roda hangt ergens onder in de middenmoot met meer uitzicht op een degradatieplaats dan op de subtop. De afgelopen week is de voormalige cupfighter op een beschamende manier en zeer terecht door de nummer 17 van de Gouden Gids Divisie uit het bekertoernooi geknikkerd. Het publiek heeft de oorlog verklaart aan de spelers en de trainer. Nol Hendriks haalt diezelfde trainer van achter neer en legt diens lot in handen van de spelers door te stellen dat hij niemand zal ontslaan zolang hij de steun van de spelersgroep heeft. Als hij vervolgens ook nog met een hoop vlijerij het publiek op zijn hand probeert te krijgen is duidelijk dat de Roda mallemolen weer op volle toeren draait. Spelers en trainer zijn in crisisoverleg en op het internet wordt door de fans de oorlog verklaart. Maar de verantwoordelijken aan de vergadertafel hebben alweer een berg zand klaarliggen, want als we komend weekend van Utrecht winnen is er namelijk weer een vergezicht op een Europese plek en kan de belangrijkste doelstelling heel misschien nog gehaald worden, waarmee de rust wellicht zal wederkeren.

Ik hoop dan ook met pijn in het hart doch van ganser harte dat Roda JC komende zondag in de Galgenwaard een genadeloos pak slaag zal krijgen. In het belang van de club, om een nieuw rookgordijn te vermijden, in de hoop dat dan eindelijk eens het massale besef ontstaat dat het zo niet langer kan. In de hoop dat er dan eindelijk eens iets gaat gebeuren omdat het momenteel helemaal fout gaat. In de hoop dat de verantwoordelijken dan eens hun conclusies gaan trekken.

De beste omschrijving van de huidige situatie vond ik ergens in een gastenboek op Internet: "Categorisch is alles afgebroken wat Roda tot zo'n mooie club maakte; van het bikkelvoetbal buiten tot de broodjes van Kitty binnen. Een steriele zakelijke club waar wij meer dan ooit slechts gedoogd worden als klapvee dat 'hiep hiep hoera' mag roepen en af en toe mag knutselen en trommelen op de door Roda kunstmatig gecreëerde sfeergedoogzone achter de goal."

Beter kan ik het zelf niet verwoorden; ongetwijfeld namens velen en recht uit het hart. Dit soort reacties bewijst eens te meer dat het geel-zwarte hart op de tribune nog steeds stevig klopt. Het is dus nog niet te laat om dat van Roda zelf ook weer aan de gang te krijgen. Maar reanimeren heeft geen zin als de rotte plekken vervolgens niet grondig worden weggesneden want zachte heelmeesters maken nog steeds stinkende wonden.

Frank Booth


© Koempels Pleasure Dome